Werking van de nieren

Elk gezond mens heeft twee nieren. Ze zijn zo groot als een volwassen vuist. Nieren filteren overtollige afvalstoffen uit het bloed. In het bloed zitten stoffen die nodig zijn om het lichaam goed te laten functioneren. Via het bloed wordt onder andere zuurstof naar de cellen getransporteerd. In het bloed zitten ook afvalstoffen, bijvoorbeeld van de spieren en spijsvertering (o.a. ureum en creatinine). Deze afvalstoffen zijn schadelijk voor het lichaam en moeten worden opgeruimd. Dat doen gezonde nieren voor ons. Tevens regelen de nieren de vocht- en zoutbalans. Het lichaam bestaat voor twee derde deel uit water. Het lichaam kan alleen goed werken als de hoeveelheid vocht in balans blijft. Na veel drinken produceren de nieren extra urine en bij veel transpireren produceren ze minder. Het hormoon renine, dat door de nieren wordt gemaakt, speelt hierbij een rol, dit hormoon helpt bij het regelen van de bloeddruk. De nieren zorgen er ook voor dat de hoeveelheid zouten in het bloed binnen bepaalde grenzen blijft. Ten slotte maakt de nier ook een hormoon, erytropoëtine , dat nodig is voor het aanmaken van rode bloedcellen. Dit hormoon stroomt via het bloed naar andere delen van het lichaam (o.a. het beenmerg) en stimuleert het beenmerg tot het produceren van rode bloedcellen.

Contact met Diapriva

Wat is dialyse

Een belangrijke taak van de nieren is het scheiden van nuttige stoffen en afvalstoffen in het bloed. Als de nieren hun functie niet goed uitvoeren, hopen deze afvalstoffen zich op in het lichaam. Dan moet hun functie worden overgenomen. Dit gebeurt door middel van dialyse. Dialyse is de uitwisseling van in water opgeloste stoffen door een semipermeabel (half doorlaatbaar) membraan. Dialyse is een manier om de afvalstoffen en het teveel aan vocht uit het lichaam te verwijderen.
Het moment waarop dialyse noodzakelijk wordt, hangt af van de algemene conditie van de persoon en de overgebleven functie van de nieren (hoeveel werk kunnen de eigen nieren nog aan). In eerste instantie wordt geprobeerd de ophoping van afvalstoffen te verminderen door medicijnen en dieet. Vaak is het dan mogelijk de dialysebehandeling uit te stellen. Als medicijnen niet meer genoeg helpen, moet gestart worden met een nierfunctievervangende therapie zoals hemodialyse of peritoneale dialyse.

Predialyse of nierfalen
Op een gegeven moment bij een voortschrijdende nierziekte komt soms een moment dat de nierfunctie minder is dan  20% van een  normale functie. Voorheen sprak men in deze fase van de “predialysefase” (fase voorafgaand aan de dialyse), tegenwoordig wordt ook vaak gesproken over “nierfalen”. In het algemeen worden mensen met een nierziekte behandeld door een internist- nefroloog. Dit is een internist, die gespecialiseerd is in nierziekten. Bij nierfalen wordt in eerste instantie geprobeerd de ophoping van afvalstoffen te voorkomen door medicijnen en dieet. Als  de nierfunctie grofweg beneden 10% raakt, is een nierfunctievervangende therapie noodzakelijk.

Historie dialyse

Willem Johan (Pim) Kolff (Geboren te Leiden, 14 februari 1911 – overleden te Newtown Square (Pennsylvania), 11 februari 2009) was een Nederlandse internist die de eerste werkende kunstnier uitvond. Tijdens de Tweede Wereldoorlog maakte hij zich verdienstelijk in het verzet. Hij stamde uit de familie Kolff, een oud Nederlands patriciërsgeslacht. Hij emigreerde in 1950 naar de Verenigde Staten. In 1955 verkreeg hij de Amerikaanse nationaliteit.  Kolff werd vooral bekend door zijn uitvinding van de kunstnier (in 1943 in Kampen) en zijn levenslange werk aan allerlei andere kunstmatige organen, zoals een hart-longmachine in 1956 en het kunsthart in 1957. In het stadsziekenhuis Stichting Engelenberg in Kampen ontwikkelde hij tijdens de oorlog de allereerste werkende kunstnier waarmee hij één van de grondleggers van de moderne dialyse werd. In 1945 voerde hij de eerste geslaagde dialyse uit in Nederland op een vrouw, Sofia Maria Schafstadt, met acuut nierfalen. Door de behandeling kregen haar eigen nieren de mogelijkheid tot herstel en overleefde zij. In 1946 promoveerde Kolff summa cum laude aan de Rijksuniversiteit van Groningen op een proefschrift over de kunstmatige nier. Kolff ging in 1997, 86 jaar oud, met pensioen. Na het overlijden van zijn vrouw, Janke Huidekoper in 2006 nam hij zijn intrek in een verzorgingstehuis, richtte zijn kamer in als kantoor en ging weer aan de slag. In 2005 stopte de dyslectische Kolff, bijna blind en stokdoof, uiteindelijk met zijn werk. Begin 2009 overleed Willem Kolff, drie dagen voor zijn 98ste verjaardag. Bron: Wikipedia


De groei van het aantal nierpatiënten over de afgelopen 50 jaren in Nederland.
In het begin nam het aantal nierpatiënten fors toe, maar door te weinig behandelcapaciteit stierven er in het begin velen van hen. In de loop van de jaren werd de capaciteit voor behandeling uitgebreid en werden de dialyse machines steeds geavanceerder. Nieuwe membranen werden er ontwikkeld, welke in de kunstnier gebruikt worden. Er ontstond een grote industrie die zich uitsluitend bezig hield met het ontwikkelen en produceren van Machines met verbruiksartikelen. Door de nieuwe technieken en nieuwe medicijnen bleven de patiënten langer leven en nam het aantal dialyserende snel toe. Na de begin jaren negentig, stabiliseerde de groei zich op en toename van ca. 4,5 % per jaar. De laatste 10 jaren nam het aantal pre dialyse patiënten fors toe, dit werd mede veroorzaakt dat de mensen door medisch ingrijpen langer in leven blijven alsmede de grote verandering in ons manier van leven en voedingspatroon en dat men beter inzicht heeft gekregen in de patiëntengroep  en beter in kaart is gebracht door artsen en verpleegkundigen. Momenteel hebben er in Nederland ruim 1 miljoen mensen chronische nier schade. Ruim 60.000 mensen hebben ernstige nierproblemen. Bij hen werken de nieren niet goed, en bij ca. 6.500 mensen nauwelijks, en is behandeling noodzakelijk. In 2013 zijn er bijna 2.000 patiënten met een nierfunctie vervangende therapie bijgekomen. Er zijn twee nierfunctie vervangende therapieën: dialyse en niertransplantatie. Zo’n 6.500 patiënten dialyseren, thuis of in het ziekenhuis. Jaarlijks overlijdt 1 op de 6 van hen. Men spreekt dan over mortaliteit is ca 16%.  Vaak is transplantatie de beste behandeling, maar de wachtlijst is te lang.  Op de wachtlijst voor een donornier staan (eind 2012) 855 mensen. De gemiddelde wachttijd voor een postmortale nier is ongeveer 4 jaar. Jaarlijks overlijden er 200 nierpatiënten, omdat voor hen een donornier te laat komt. De allereerste niertransplantatie in Nederland vond plaats in 1966 te Leiden. In 2012 waren er 961 nier transplantaties in Nederland. In totaal hebben meer dan 10.000 mensen inmiddels een nieuwe nier ontvangen. Nederland heeft in Eurotransplant het hoogste percentage donoren bij leven. In 2012 was dat +/- 50%:  485 transplantaties van een levende donor, bij 476 gevallen was de nier afkomstig van een overleden donor. Bij nierpatiënten die getransplanteerd zijn met een nier van een levende donor, werkt ruim 75% van de getransplanteerde nieren na 10 jaar nog (bron: Nederlandse Transplantatie Stichting, 2013). Bij transplantaties met een nier van een overleden donor, ligt dat lager: ruim 60%. Bron: De Nierstichting en de Nederlandse Transplantatie stichting

Vormen van dialyse

Hemodialyse
Hemodialyse is de ‘klassieke’ vorm van dialyse. Het bloed wordt meerdere malen per week door een dialysemachine gepompt waaraan een kunstnier bevestigd is, die afvalstoffen en overtollig vocht verwijdert. Een kunstnier bestaat uit een groot aantal kunststof membranen in de vorm van een dun buisje (capillair). In deze dunne buisjes zitten piepkleine gaatjes, die doorlaatbaar zijn voor kleine stoffen, en niet doorlaatbaar zijn voor grotere stoffen, vandaar de term “semipermeabel” (half doorlaatbaar). Door deze capillairen stroomt het bloed. Deze capillairen worden omspoeld door dialysevloeistof (een oplossing van zouten waarvan de samenstelling lijkt op die van bloedplasma). Afvalstoffen bewegen door het membraan vanuit het bloed naar de andere kant en komen dan terecht in de dialysevloeistof. Deze dialysevloeistof verdwijnt met de afvalstoffen in het riool. Het gereinigde bloed wordt weer teruggegeven aan de persoon die de dialysebehandeling ondergaat. Eiwitten en bloedcellen zijn te groot voor de gaatjes in de capillairen en worden tegengehouden. Tijdens een behandeling van vier uur stroomt er 40 à 60 liter bloed door de kunstnier. Het bloed stroomt dus meerdere keren door de kunstnier (een volwassen mens heeft ongeveer vijf liter bloed). Tijdens de behandeling zit er ongeveer 200 ml bloed buiten het lichaam in de dialysemachine.

Peritoneale Dialyse
Peritoneum is een ander woord voor buikvlies en peritoneale dialyse wordt daarom ook wel buik(vlies)dialyse genoemd. Het buikvlies bedekt de gehele buikholte en de belangrijkste organen. De grootte van dit vlies bedraagt ongeveer twee vierkante meter. Het buikvlies is een dun membraan en geschikt voor dialyse omdat het een natuurlijke scheiding vormt tussen het bloed en de dialysevloeistof (spoelvloeistof). Deze vorm van dialyse verwijdert ook de afvalstoffen en het vocht uit het bloed. Hoe werkt peritoneale dialyse? Er wordt spoelvloeistof in de buikholte gebracht via een katheter. In deze spoelvloeistof zit onder andere glucose. Glucose heeft als eigenschap dat het vocht aanzuigt (osmotische werking). De spoelvloeistof blijft een aantal uren in de buikholte tussen spierweefsel en het buikvlies in. Zo ontstaat er een uitwisseling tussen de spoelvloeistof en het bloed. Door de aanzuigende werking van de glucose wordt er vocht vanuit het bloed door het buikvlies heen in de spoelvloeistof opgenomen. Met deze vloeistof komen allerlei afvalstoffen uit het bloed mee, zoals zouten, zuren en afbraakproducten van eiwitten. Als de spoelvloeistof verzadigd is, wordt deze vervangen door nieuwe spoelvloeistof. Er zijn twee vormen van PD: continue ambulante peritoneale dialyse (CAPD) en automatische peritoneale dialyse (APD). Bij CAPD wordt 4x per dag met de hand spoelvloeistof vanuit een zak via een katheter in de buik gebracht. Bij APD wordt gedurende de nacht door middel van een machine meerdere keren spoelvloeistof in de buik gebracht.

Niertransplantatie
Bij een niertransplantatie plaatst een chirurg  een donornier in het lichaam. Dat is een nier van een overledene of van een levende donor. Bij een niertransplantatie wordt een donornier in de linker- of rechterkant van de onderbuik geplaatst. De bloedvaten en urineleider van de donornier worden aangesloten op de bloedvaten en urineleider van de ontvanger. De eigen nieren van degene die de nier ontvangt, blijven meestal gewoon in het lichaam zitten. Ze worden alleen verwijderd als de zieke nieren bloedingen of infecties veroorzaken, te groot zijn of een tumor bevatten. Als het nodig is een nier te verwijderen dan gebeurt dat meestal in een fase voor een niertransplantatie.

Levende donatie
In Nederland worden jaarlijks ongeveer 450 transplantaties uitgevoerd met een nier van een levende donor. De donor kan familie zijn van de patiënt, maar ook partners, vrienden, collegae, buren enz. kunnen een nier doneren. Wanneer de donor en de patiënt beiden geschikt zijn voor een transplantatie, maar deze transplantatie in de praktijk niet mogelijk blijkt omdat de bloedgroep niet passend is of de ontvanger antistoffen heeft tegen de donor, kan dit koppel worden aangemeld voor het zogenaamde cross-overprogramma. Levende donorniertransplantaties kunnen uitgevoerd worden bij patiënten die al een vorm van dialysebehandeling ondergaan, maar ook bij patiënten die nog in de predialyse fase zijn. Medisch gezien heeft transplantatie in de predialyse fase de voorkeur maar dit is niet voor iedere patiënt haalbaar of mogelijk. Een nier van een levende donor werkt beter en langer dan de nier van een overledene. Artsen kunnen onder de beste omstandigheden een nier bij de donor verwijderen en hem direct bij de ontvanger transplanteren.  Hoe meer het nierweefsel van de donor op het nierweefsel van de ontvanger lijkt, des te groter is de kans van slagen van de transplantatie. Daarom wordt bij een levende donorniertransplantatie vaak een nier van een familielid getransplanteerd.

Postmortale niertransplantatie
Voor een postmortale niertransplantatie staat de ontvanger op de wachtlijst van Eurotransplant. De gemiddelde wachttijd voor een transplantatienier is ongeveer 4,5 jaar. Ruim 900 patiënten in Nederland wachten op een postmortale donornier. Tijdens deze wachttijd zal de patiënt moeten dialyseren. Na een transplantatie  moet de patiënt rekening houden met het slikken van medicijnen voor de rest van tijd dat de donornier functioneert. Deze medicijnen, immuunsuppressiva genoemd, zijn nodig om afstotingsverschijnselen te voorkomen. Meer informatie over deze medicatie wordt gegeven in het transplantatiecentrum.

De Katheter
Als iemand met spoed moet gaan dialyseren, en er nog geen shunt of catheter voor peritoneale dialyse is aangelegd, kan gekozen wroden voor hemodialyse via een “centrale lijn”. Dit is een dun plastic slangetje, dat wordt ingebracht in een halsader (vena jugularis) of liesader (vena femoralis). Zo’n catheter kan dagen tot soms maanden gebruikt worden. Er zijn ook dialysecatheters beschikbaar die voor blijvend gebruik bedoeld zijn (permanente catheters). Deze gaan via een tunnel onder de huid de ader in, zodat er minder kans is op infectie.

Menu