Historie

Willem Johan (Pim) Kolff (Geboren te Leiden, 14 februari 1911 – overleden te Newtown Square (Pennsylvania), 11 februari 2009) was een Nederlandse internist die de eerste werkende kunstnier uitvond. Tijdens de Tweede Wereldoorlog maakte hij zich verdienstelijk in het verzet. Hij stamde uit de familie Kolff, een oud Nederlands patriciërsgeslacht. Hij emigreerde in 1950 naar de Verenigde Staten. In 1955 verkreeg hij de Amerikaanse nationaliteit.  Kolff werd vooral bekend door zijn uitvinding van de kunstnier (in 1943 in Kampen) en zijn levenslange werk aan allerlei andere kunstmatige organen, zoals een hart-longmachine in 1956 en het kunsthart in 1957. In het stadsziekenhuis Stichting Engelenberg in Kampen ontwikkelde hij tijdens de oorlog de allereerste werkende kunstnier waarmee hij één van de grondleggers van de moderne dialyse werd. In 1945 voerde hij de eerste geslaagde dialyse uit in Nederland op een vrouw, Sofia Maria Schafstadt, met acuut nierfalen. Door de behandeling kregen haar eigen nieren de mogelijkheid tot herstel en overleefde zij. In 1946 promoveerde Kolff summa cum laude aan de Rijksuniversiteit van Groningen op een proefschrift over de kunstmatige nier. Kolff ging in 1997, 86 jaar oud, met pensioen. Na het overlijden van zijn vrouw, Janke Huidekoper in 2006 nam hij zijn intrek in een verzorgingstehuis, richtte zijn kamer in als kantoor en ging weer aan de slag. In 2005 stopte de dyslectische Kolff, bijna blind en stokdoof, uiteindelijk met zijn werk. Begin 2009 overleed Willem Kolff, drie dagen voor zijn 98ste verjaardag. Bron: Wikipedia


De groei van het aantal nierpatiënten over de afgelopen 50 jaren in Nederland.
In het begin nam het aantal nierpatiënten fors toe, maar door te weinig behandelcapaciteit stierven er in het begin velen van hen. In de loop van de jaren werd de capaciteit voor behandeling uitgebreid en werden de dialyse machines steeds geavanceerder. Nieuwe membranen werden er ontwikkeld, welke in de kunstnier gebruikt worden. Er ontstond een grote industrie die zich uitsluitend bezig hield met het ontwikkelen en produceren van Machines met verbruiksartikelen. Door de nieuwe technieken en nieuwe medicijnen bleven de patiënten langer leven en nam het aantal dialyserende snel toe. Na de begin jaren negentig, stabiliseerde de groei zich op en toename van ca. 4,5 % per jaar. De laatste 10 jaren nam het aantal pre dialyse patiënten fors toe, dit werd mede veroorzaakt dat de mensen door medisch ingrijpen langer in leven blijven alsmede de grote verandering in ons manier van leven en voedingspatroon en dat men beter inzicht heeft gekregen in de patiëntengroep  en beter in kaart is gebracht door artsen en verpleegkundigen. Momenteel hebben er in Nederland ruim 1 miljoen mensen chronische nier schade. Ruim 60.000 mensen hebben ernstige nierproblemen. Bij hen werken de nieren niet goed, en bij ca. 6.500 mensen nauwelijks, en is behandeling noodzakelijk. In 2013 zijn er bijna 2.000 patiënten met een nierfunctie vervangende therapie bijgekomen. Er zijn twee nierfunctie vervangende therapieën: dialyse en niertransplantatie. Zo’n 6.500 patiënten dialyseren, thuis of in het ziekenhuis. Jaarlijks overlijdt 1 op de 6 van hen. Men spreekt dan over mortaliteit is ca 16%.  Vaak is transplantatie de beste behandeling, maar de wachtlijst is te lang.  Op de wachtlijst voor een donornier staan (eind 2012) 855 mensen. De gemiddelde wachttijd voor een postmortale nier is ongeveer 4 jaar. Jaarlijks overlijden er 200 nierpatiënten, omdat voor hen een donornier te laat komt. De allereerste niertransplantatie in Nederland vond plaats in 1966 te Leiden. In 2012 waren er 961 nier transplantaties in Nederland. In totaal hebben meer dan 10.000 mensen inmiddels een nieuwe nier ontvangen. Nederland heeft in Eurotransplant het hoogste percentage donoren bij leven. In 2012 was dat +/- 50%:  485 transplantaties van een levende donor, bij 476 gevallen was de nier afkomstig van een overleden donor. Bij nierpatiënten die getransplanteerd zijn met een nier van een levende donor, werkt ruim 75% van de getransplanteerde nieren na 10 jaar nog (bron: Nederlandse Transplantatie Stichting, 2013). Bij transplantaties met een nier van een overleden donor, ligt dat lager: ruim 60%. Bron: De Nierstichting en de Nederlandse Transplantatie stichting

Menu